Valt het tegen met je gestelde doel? Gaat het niet zoals je bedacht had? Lukt het nog niet? Misschien moet je hier aan denken.
- Raak niet in paniek.
- Niets moet, je hebt er zelf voor gekozen. En dat zeg ik niet als verwijt, maar bedenk, wat je er toe gebracht heeft dit besluit te nemen. Waarom wou je het ook alweer. Je hebt een doel voor ogen (gehad). Denk aan dat doel. Wil je het nog steeds? Of moet je het misschien bijstellen.
- Het hoeft niet perfect. Geen bergen zonder dalen. Misschien ben je deze week iets minder afgevallen als vorige week; wat maakt het uit. Misschien heb je toch een trekje van een sigaret gehad. Who cares. Misschien heb je wat minder kilometers gelopen dan de bedoeling was. Nou en. Ga de volgende keer gewoon weer voor je doel. We maken allemaal wel eens een misser.
- Neem een rustmomentje. Ontspan. Bedenk, dat de wind gewoon even tegen kan zitten. Misschien moet je wel even pauze nemen. Neem even de tijd; overdenk hoe het gaat, waar je mee bezig bent. Reflecteer over de momenten van ‘failure’. Gebruik hierbij de volgende vragen: