Hoe kun je negatieve gedachten ombuigen; 15 tips

In vervolg op mijn vorige blog bespreek ik in dit blog hoe je om kunt gaan met negatieve gedachten over jezelf. En ik moet eerlijk zijn: het overkomt mijzelf nog steeds. Daar heb ik eerder al een blog over geschreven. Maar hoe kun je daar nu zó mee omgaan, dat je er minder last van hebt, of zodat het sneller weer voorbij is.

Allereerst:

(H)erken je negatieve gedachten, en …….  raak niet direct in paniek. Iedereen denkt wel eens negatief, niets bijzonders. Af en toe negatief over jezelf denken is helemaal geen ramp, accepteer dat deze gedachten er zijn.

Dus ….. merk ze op, wees er bewust van, weet, dat het geen ramp is. En dan (want je wilt er wel van af  😉  ) ….. zeg: STOP!

Besef: Jij bent de baas over je gedachten. Je gedachten ZIJN niet jou. Ze zijn VAN jou.

15 tips om er mee om te gaan.

1. Allereerst dus: Stop met oordelen! Iets is wat het is. Er is geen oordeel over nodig; en zeker geen schuld! Als het al echt zo is dat je (bij voorbeeld) een negatieve denker bent, dan is dat (op dat moment) gewoon zo. Klaar. Het is wat het is, niet meer en niet minder. So what? Iedereen heeft wel wat. Til er niet te zwaar aan. Accepteer het.
2. Onderzoek je negatieve gedachte.

• Is het waar?
• Hoe weet je dat het waar is?
• Wat zijn de feiten?
• Is het realistisch?
• Vindt een ander dat ook?
• Is het altijd zo?
• Helpt deze gedachte mij verder?
• Hoe zou het zijn als ik deze gedachte niet had?

3. Ga niet bedenken, wat een ander allemaal zou kunnen denken. Als je denkt: ‘Die ander zal wel denken …….’ Hoe weet jij dat? Ben je helderziend? Ben je alwetend? Denkt iedereen gelijk aan wat jij denkt? Besef: je kunt geen gedachten lezen. Onthoud: NIVEA (Niet Invullen Voor Een Ander.)
4. Vraag je af hoe erg het is. Bij voorbeeld: ‘Ik verlies ook altijd.’ Verlies je vaak? Vaker dan een ander? Hoe erg is dat? Bepaalt dat wie je bent? Bestaat het leven alleen uit spelletjes spelen? Zijn er ook dingen die jij wel goed kunt? Dingen waar jij beter in bent dan bemiddeld? Dus: relativeer!
5. Vraag je af: Ben jij de enige verantwoordelijke hiervoor? Zijn er ook anderen in het spel? Is het alleen van jou afhankelijk?
6. Onderzoek: Stel je de eisen die je aan jezelf stelt ook aan een ander? Zou je van een ander hetzelfde verwachten als je nu van jezelf verwacht? Of stel je te hoge eisen aan jezelf? Ga met jezelf om zoals je met een ander wilt omgaan. Niemand is perfect, dus jij ook niet. Accepteer dat.
7. Wees er bewust van, dat jouw negatieve gedachte een negatieve werkelijkheid creëert. Als jij van jezelf denkt dat je dom bent, zal elke domme opmerking dit bevestigen, waardoor je je nog dommer zult voelen. Terwijl een ander waarschijnlijk net zoveel domme opmerkingen maakt als jij. Want tenslotte: iedereen maakt wel eens een domme opmerking. En al zou jij er tien meer maken dan een ander, who cares? Als je gefocust bent op het negatieve, dan zie je het negatieve.
8. Schrijf positieve dingen op. Dingen waarover je tevreden bent; positieve dingen die een ander over jou gezegd heeft; positieve dingen die je meemaakt.
9. Wees vriendelijk naar een ander, en ga ook bij een ander uit van het positieve. Ook al zou die ander iets negatief bedoelen, als jij van het positieve uitgaat, geeft het jou een positief gevoel. En het beïnvloedt bovendien die ander positief.
10. Bedenk de positieve kant van het negatieve. Is het echt alleen maar negatief? Wat is de positieve kant er aan? Als er een kern van waarheid zit in de negatieve gedachte, dan is die negatieve gedachte het resultaat van een doorgeslagen kwaliteit van jou. Welke kwaliteit zit er achter, en hoe kun je die weer in balans brengen?
11. Schrijf je negatieve gedachte(n) op een papiertje, verfrommel het, en gooi het weg in de prullenbak. Klinkt een beetje dom misschien, maar het kan wel werken. Je zet er op die manier ‘een streep onder’, klaar ermee, ik wil dit niet meer denken. (PS: je kunt dit zelfs langs digitale weg doen. Schrijf je gedachten in een Word-documentje, en gooi het vervolgens in de prullenbak. Het gaat er om, dat je jouw beslissing om die gedachte weg te doen kracht bij zet door een actie.)
12. Je kunt je gedachten opschrijven en weggooien, maar je kunt er ook een schilderij van maken bij voorbeeld. Of een liedje. Zo heb je het genoeg aandacht gegeven, om het vervolgens los te kunnen laten. Maak er iets grappigs van. Lach er om.
13. Verander je omgeving, stap uit je situatie. Dat verzet je gedachten, en je blijft niet langer malen. Ga bij iemand op visite, laat de hond uit, ga boodschappen doen, whatever.
14. Ga iets leuks doen (ook al heb je er op dat moment misschien niet zo veel zin in). Spoor jezelf aan om dingen te doen die je (normaal gesproken) leuk vindt.
15. En – als je een christen bent – bedenk hoe God naar jou kijkt. Is dit Gods bedoeling, dat jij zo in het leven staat? Wordt Hij hier blij van? “God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was.” (Gen.1:31a)  “Houd je bezig met alles wat waar is, alles wat respect verdient, alles wat goed is en zuiver, alles wat het waard is om van te houden en alles wat eer verdient.” (Fil.4:8)

En:

BLIJF OEFENEN!

Niets gaat in één keer weg. Oefening baart nog steeds kunst.

ps:

En negatieve gedachten vervangen door positieve is natuurlijk mooi, voor dat moment. Het kan echter een ‘symptoom aanpak’ zijn. Als de negatieve gedachtestroom te veel is, of het duur te lang, of het komt telkens (steeds erger) terug, dan zijn deze tips ook goed, maar dan moet er wel meer gebeuren. Ga er dan ècht iets aan doen. Negatief denken moet geen gewoonte worden.  Onderzoek waar die negatieve gedachte vandaan komt, en maak er echt werk van. Onderzoek hoe deze negatieve gedachte ooit is ontstaan. Wat was de situatie. Wie heeft het tegen je gezegd. Je hebt deze gedachte ooit aangenomen, maar …. is het wel waar? Je mag hem altijd weer loslaten. Je hoeft hem niet te houden. Je bent nu ouder en wijzer geworden, en verantwoordelijk voor wat je nu denkt. Het zijn jouw gedachten. Zoek zo nodig (professionele) hulp. Praat erover met iemand die jou verder kan helpen. Blijf er niet in hangen, maar uit het, en werk er aan!

Loop er dus niet te lang mee rond. Uit het naar iemand die je vertrouwt. Dát alleen al kan je heel goed doen.

En  zorg voor regelmaat en structuur. Ga op tijd naar bed (zoals ik in mijn vorige blog al even aanhaalde ;-), en zorg dat je genoeg rust krijgt. Sta ook op tijd op, en blijf niet te lang liggen, anders heb je kans, dat je dag- en nachtritme verandert, en dat is niet goed.

Ik hoop, dat er een tip tussen zit waar je iets aan hebt (al haal je er maar één tip uit).

Als je vragen hebt, dan hoor ik het graag; ik sta er open voor. Of …. misschien heb jij nog wel een goeie tip. Wil je die dan met ons delen? Dat kan in een reactie onder dit blog. Dank je wel.